Kledingadvies Scandinavië - wat voor kleren moet ik dragen?
Eindelijk die vakantie in Scandinavië geboekt. Een reis naar het noordelijkste deel van het Europese vasteland. Misschien dat je wel de poolcirkel passeert op 66°33' NB en misschien reis je wel helemaal naar de Noordkaap op 71°10' NB, noordelijker kan bijna niet!
Maar wat doet het weer eigenlijk in de zomer in Finland, Zweden en Noorwegen? Wat voor kleding trek ik aan in de bergen, op zee of tijdens een kanotocht? Wat moet ik allemaal meenemen?
Voorbereiding doet wonderen
Weten waar je naar toe gaat en wat voor weer het wordt, is bepalend in de keuze van de spullen die je meeneemt. Maar het principe achter de uitrusting is vaak hetzelfde. Het 3-lagen systeem is een eenvoudig hulpmiddel om ervoor te zorgen dat je de juiste spullen hebt om je in elke omstandigheid comfortabel te voelen.
Introductie drie-lagen systeem
Bij hoge inspanning heeft je lichaam andere kleding nodig dan bij lage inspanning. Tijdens een activiteit kan de warmteproductie van het lichaam zo hoog worden, dat het begint te zweten om een gezonde temperatuur te handhaven. Als je lichaam nat wordt van het zweet koelt het sneller af. Het nadeel is echter dat zodra je stil gaat zitten, de vochtige kleding te snel afkoelt. Daarom is het goed om te met verschillende kledinglagen die aan en uit kunnen worden getrokken.
Dit systeem is inmiddels steeds verder geperfectioneerd en zo zijn er drie lagen met verschillende eigenschappen ontstaan. Deze zijn (1) de basislaag (base-layer) ook wel thermisch ondergoed genoemd, (2) de middenlaag (mid-layer), een laag die warmte vasthoudt en (3) de buitenste laag (shell-layer) die wind, en water, buiten houdt.
Nat worden is het grootste gevaar
Vocht transporteert warmte twintig keer beter dan lucht. Als je nat wordt, begint het water dat in aanraking komt met de huid, op te warmen. Dat proces kost energie en die energie wordt aan het lichaam onttrokken. In zomerse en hete omstandigheden is dat ideaal en biedt het verkoeling. Maar in het noorden van Scandinavië ligt de temperatuur niet zo hoog en is afkoeling door vocht eerder een gevaar.
Neem dus niet alleen een regenjas en regenbroek mee, maar denk ook aan waterdichte schoenen en thermo handschoenen. Vaak helpt een pet ook, doordat deze regendruppels uit het gezicht of van de bril afhoudt.
De base-layer – de basislaag
Een base-layer is onmisbaar en draag je altijd. Als het warm is, biedt deze bescherming tegen de UV-straling van de zon en neemt deze vocht op van het lichaam. Dat gebeurt ook bij hoge inspanning. Als het lichaam opdroogt maar de kleding nat blijft, loop je het risico onderkoeld te raken. Snel drogende of hydrofobe kleding is daarom van groot belang, dat is dan ook de reden dat katoen absoluut vermeden moet worden. Hoewel het lekker draagt, heeft katoen de eigenschap met de hele vezel vocht op te nemen. Om de hele vezel uit te drogen is veel energie nodig en dat gaat ten koste van jezelf.
Voorbeelden van sneldrogende of hydrofobe kleding zijn bijvoorbeeld polyester en wol. Tegenwoordig is wollen onderkleding gemaakt van merinowol, een speciale wolsoort die door de structuur en dunnere vezels niet kriebelt. Met name wol is een prettig materiaal omdat het antibacterieel is, na een dag wandelen kun je het gewoon uithangen. Mocht je wel willen wassen, gebruik dan een speciaal wolwasmiddel, zodat de buitenlaag intact blijft.
Mocht je toch de voorkeur hebben voor synthetische onderkleding, kies dan een polyester. Het is vaak licht en droogt snel. Het ruikt wel sneller; na één dag moet het meestal in de was. Een van de beste stoffen komt van Polartec® en heet Polartec® Power Dry®.
Belangrijk is dat het ondergoed goed aansluit op het lichaam. Dat zorgt ervoor dat de base-layer direct vocht kan opnemen en het voorkomt luchtstromen die weer kou in contact met de huid brengen. Een te strakke onderlaag zorgt voor verminderde bewegingsvrijheid en in het ergste geval kan het de bloedsomloop beperken. Vaak is aan te raden een maatje kleiner te kiezen, zodat de base-layer een correcte pasvorm heeft.
Mocht je met een rugzak op pad zijn, wees dan niet verbaasd dat je rug wel nat kan worden. Op die plek is door de rugzak geen contact met de buitenlucht mogelijk, waardoor vocht niet kan worden afgevoerd. In dergelijke gevallen is het raadzaam te zorgen voor een winddichte laag die over de natte rug kan worden getrokken zodra je pauze houdt. Zeker bij een briesje of in de schaduw kun je dan de kou voelen.
De mid-layer – de middenlaag
Waar de base-layer in eerste instantie vocht moet afvoeren, dient de tussenlaag voornamelijk ter isolatie. Lichaamswarmte moet worden vastgehouden terwijl vocht van de onderlaag moet worden aangenomen en vervolgens doorgevoerd moet worden naar de buitenlaag. De warmte wordt vastgehouden doordat er een laag met stilstaande lucht tussen deze laag en het lichaam wordt bewaard. Deze lucht wordt door het lichaam verwarmd en zorgt zodoende voor een beschermende laag tegen de kou.
De meest bekende mid-layer soort is fleece. Het materiaal is wederom hydrofoob en heeft de bijzondere eigenschap vocht over een zo groot mogelijk oppervlak te verspreiden. Het vocht kan op die manier gemakkelijk van deze laag verdampen, zonder invloed te hebben op de lichaamstemperatuur. Hoe dikker de laag, hoe warmer. Helaas wordt fleece vaak snel zwaarder naarmate deze dikker wordt. Een groot verschil is te vinden tussen de goedkope en dure materialen. De fleece lagen gemaakt door Polartec® zijn vaak het lichtste voor het gewicht en hebben een sterke buitenlaag waardoor ze niet snel zullen slijten of 'pillen'.
De tussenlaag moet niet zo strak zitten als de base-layer maar ook weer niet zo los dat er overal lucht kan ontsnappen. Een materiaal dat ideaal als mid-layer werkt is Polartec® Power Stretch® Pro. Het is zachte fleece materiaal dat zich door de veelvoudige rek goed om het lichaam vormt maar je houdt bewegingsvrijheid. Door de heerlijke binnenstructuur voelt het comfortabel aan, ook in contact met blote huid.
Wanneer het kouder wordt kunnen natuurlijk meerdere lagen fleece over elkaar heen worden gedragen. De buitenlaag zal soms een maat groter moeten zijn dan de base- en midlayer.
De shell-layer – de buitenste laag
Om je te beschermen tegen weer en wind heb je een goede buitenlaag nodig. Er zijn twee soorten shell-layers; hardshells (wind en waterdicht) en softshells (winddicht en waterafstotend). Dit is een belangrijk verschil, want een softshell kan dus niet als regenjas worden gebruikt.
Een hardshell heb je eigenlijk altijd nodig want de kans dat je wordt overvallen door een regenbui is er altijd en als je geen beschermende laag aan hebt word je door en door nat. Doordat de hardshell waterdicht is, is deze automatisch ook winddicht. Daardoor biedt een hardshell ook perfecte bescherming als de wind opsteekt. De wind wordt op deze buitenlaag gekeerd en krijgt daardoor niet de kans de warmte uit de lagen eronder mee te nemen. Voor veel mensen is een waterdichte jas echter te zweterig om langdurig te dragen. Als een jas niet "ademt" blijft alle vocht aan de binnenkant zitten, waardoor de kleding klam en nat wordt. Dat een jas ‘zweterig’ gaat aanvoelen heeft dus te maken met het ademend vermogen.
Een goedkope plastic jas heeft geen ademend vermogen. Daardoor krijg je juist in de goedkopere regenjassen dat benauwde gevoel. Hoe beter -en duurder- het waterdichte membraan in de jas, hoe sterker de jas ademt. Dit membraan is een tussenstof, met hele kleine poriën. Deze poriën laten vocht niet naar binnen toe, maar wel naar buiten. Maar om een jas waterdicht te houden en toch goed ademend, wordt altijd een compromis gesloten. Door de poriën groter te maken verbeter je het ademend vermogen, maar verlaag je de waterdichtheid. Sommige materialen zijn zo sterk waterdicht, dat de jas zelfs bij een volledige dag in de stromende regen geen water doorlaat. De vraag is echter of je natter wordt van de regen of van het zweet dat niet naar buiten kan. Polartec® heeft een sterk vernieuwend waterdicht membraan ontwikkeld met de naam NeoShell. Dit lijkt het ultieme compromis te zijn: Waterdicht genoeg om lange tijd in de regen te lopen en ademend genoeg om opgebouwde vocht naar buiten te werken.
Een andere soort shell die goed te gebruiken is, is de softshell. Een softshell is eigenlijk altijd gemaakt van een rekbaar winddicht materiaal, maar niet waterdicht. Door de rek voelen ze prettiger aan dan een waterdichte jas en vaak sluiten ze beter aan. Hun belangrijkste voordeel ligt echter in het ademend vermogen. Door de grovere structuur kan zweet eerder worden afgegeven. Doordat het tempo waarmee dit gebeurt vele malen hoger ligt dan bij een hardshell, kun je een softshell vaak langdurig dragen voordat deze zweterig begint te voelen. De softshells hebben wel allemaal een waterafstotende buitenlaag. Vaak betekent dit dat de jas een korte kleine bui prima tegen kan houden, maar dat langdurige regen er doorheen gaat. Dat zal het eerste langs de naden gebeuren, maar als de waterstroom aan blijft houden, raakt de stof verzadigd en komt er vocht door. Zolang het niet hard regent zijn softshells dus het meest comfortabel door het hogere draagcomfort en beter ademend vermogen.
Handen en voeten
Het is van essentieel belang dat handen en voeten warm en droog blijven. Transpiratievocht moet dus ook kunnen worden afgevoerd. Bescherming tegen wind en neerslag is belangrijk. Ook hier geldt dat katoen uit den boze is.
Handen: Vingerhandschoenen zijn vaak het makkelijkst omdat je de bewegingsvrijheid houdt. Met een dunne onderhandschoen kun je er al voor zorgen dat je koude vingers en ook al snel een koud gevoel voorkomt. Zorg ervoor dat je altijd één paar waterdichte en één paar isolerende handschoenen bij je hebt. Op die manier heb je ook een reservepaar.
Voeten: Voor de sokken geldt, net als voor de base-layers, dat wol de prettigste materiaalkeuze is. Zeker hier kan de antibacteriële eigenschap veel doen voor mensen die last hebben van zweetvoeten. Heb je ook last van natte voeten door het zweet, overweeg dan eerder dikkere dan dunnere sokken. Een dikkere sok kan meer vocht opnemen waardoor de huid gespaard wordt. Twee dunnere sokken werkt uiteraard ook prima. Doordat je de twee sokken apart kunt ophangen, drogen ze sneller als ze nat zijn. Nadeel van het dragen van twee paar is dat als ze glad zijn en langs elkaar gaan schuren, er kans is op blaarvorming. Altijd thuis even uitproberen voordat je op reis gaat!
Schoeisel
Zorg voor goede wandelschoenen die niet te strak zitten en goed zijn ingelopen. Er bestaan verschillende categorieën schoenen variërend van A tot D. In Scandinavië kun je vaak het beste uit de voeten met een AB of een B schoen. Dat zijn schoenen met een midden-soepele tot stijve zool en ten minste een halfhoge schacht, wat prettig is op drassig terrein. Als je langere trektochten gaat maken met zware rugzak is een B of zelfs BC schoen beter geschikt. Door de hoge schacht, ondersteunende leren constructie en stijve zool worden je voeten minder belast waardoor je langer door kan lopen.
Schoenen kunnen zowel met een waterdichte Gore Tex laag als in een leren uitvoering worden gekocht. Een waterdichte schoen heeft de voorkeur omdat de binnen voering snel kan drogen, leer zuigt zich vol en blijft langdurig nat. Een Gore Tex schoen heeft aan de binnenzijde het waterdichte membraan met daarvoor een dunne stof ter bescherming. Alleen de dunne stof zal vocht opnemen, maar deze is snel te drogen. Waar een leren schoen dagen nat blijft, kan een Gore Tex schoen binnen enkele uren tot een halve dag weer gebruikt worden.
Hoofd, ogen en oren
Meer dan 50% van de lichaamswarmte gaat via het hoofd verloren, dus een merino wollen of polyester muts is heerlijk op de frisse momenten. Houd ‘m dan ook bij de hand! Een hoed of pet biedt bescherming tegen de UV stralen van de zon en houdt regen uit de ogen. Een waterdichte pet is meestal niet nodig omdat de capuchon van de waterdichte jas er prima overheen kan.
Steeds knijpen met de ogen in het felle zonlicht is geen pretje, dus vergeet niet een zonnebril mee te nemen! Doordat het zonlicht op het water of de sneeuw in de bergen weerkaatst komt er meer licht op de ogen af waardoor ze constant samengespannen zullen zijn om de lichtinval te verminderen. Een goede zonnebril biedt dan aanzienlijk comfort.
Bescherming tegen de zon
Neem altijd zonnebrandcrème mee en smeer je goed in, ook al ziet het er niet uit alsof de lucht de hele dag strakblauw gaat zijn. De zon kan verraderlijk sterk zijn, zelfs als er een fris briesje is.
En hoe zit het met de muggen?
Laat je niet afschrikken door horrorverhalen. Net als in Nederland is er in Scandinavië ook veel water en dat trekt muggen aan. Hoeveel het er zijn is sterk afhankelijk van de tijd van het jaar en de weersomstandigheden in het broedseizoen. In het uiterste noorden van Scandinavië zul je er van begin juli tot half augustus last van kunnen hebben, zeker op warme dagen in de beboste berggebieden. Op de hoogvlakten en in de kustgebieden heb je er minder last van.
Het is in elk geval raadzaam om je tegen muggenbeten te beschermen door te smeren of sprayen met een insectenwerend middel met een DEET percentage van 30% of meer. In de supermarkten en apotheken in Scandinavië zelf worden ook probate middelen verkocht. Smeer je dus goed in, draag lichtgekleurde in plaats van donkere kleding en in extreme gevallen is een muggennet voor het gezicht een aanrader. Blijf er in elk geval rustig onder, dat doen de Scandinaviërs ook.
En dan nog een laatste tip: geniet van de zomer en doe aan waar je je lekker in voelt, maar wees verstandig!