Johanna Alatorvinen
Een echte Sami
"Ik ben er trots op om een Sami te zijn"
Van Salla rijden we zo’n 300 kilometer verder naar het noorden. In het plaatsje Saariselkä hebben we een afspraak met een Sami vrouw. De geschiedenis van de Sami cultuur telt zo’n 200 jaar maar aan de gevonden rotstekeningen is te zien dat deze cultuur minstens 2000 jaar terug in de tijd gaat. We zijn benieuwd: zal deze 29 jaar jonge Johanna leven zoals bij ons de vrouwen van die leeftijd? Zal ze kleding dragen zoals wij in Nederland? Van dezelfde muziek houden?
Leeft een jonge Sami vrouw hetzelfde als vrouwen in Nederland of België?
We ontmoeten Johanna bovenop de top van de Kaunispää heuvel. We komen gelijktijdig aanrijden. Als ze uitstapt kijk ik mijn ogen uit. Wat is ze mooi gekleed! Terwijl ze zich voorstelt, vraagt ze of ik haar in haar Sami outfit op de foto wil of in haar dagelijkse kloffie. Zo natuurlijk! Niets meer aan veranderen zou ik zeggen. Dan opent ze de achterdeur van de auto en springt er een vrolijke jonge hond uit. Täsni is pas twee jaar oud en zal, als hij vier is, als rendierherder aan het werk gaan.
Johanna is gek op dieren. "We hebben twee honden thuis en een hele hoop rendieren. De liefde voor dieren heb ik mijn hele leven al gehad. Soms is de natuur hard en daar had ik het vroeger best moeilijk mee." Ze vertelt me een voorval uit haar jeugd. "Toen ik klein was bracht mijn vader een keer een verstoten rendierkalf mee naar huis. Ik verzorgde het kleintje en behandelde het als mijn huisdier. Totdat ik op een morgen wakker werd en het kalfje dood aantrof. Toen de juf de volgende ochtend vroeg hoe het met mijn rendier ging heb ik vreselijk moeten huilen. Vanaf die dag nam mijn vader nooit meer een achtergelaten kalf mee naar huis. De moeders voelen het namelijk aan als hun jong niet in orde is. Ze weten dat het geen zin heeft om voor ze te zorgen. Maar triest is het wel."
"Tegenwoordig kunnen we zeggen dat we trotse Sami zijn, vroeger niet"
We vragen aan Johanna of ze trots is op haar afkomst. "Ja, dat ben ik zeker. Tegenwoordig kunnen we vol trots zeggen dat we Sami zijn, maar dat was in mijn oma’s en moeders tijd wel anders. Vroeger dachten de Finnen dat het Samivolk dom was. Ze keken op ons neer. In het openbaar mocht je geen Samisch spreken, je werd geacht Fins te praten en als er niet naar gevraagd werd, dan vertelde je ook liever niets over je afkomst. Mijn oma heeft onze oorspronkelijke taal daarom niet doorgegeven aan mijn moeder. Maar ik ben trots op mijn afkomst en ben Samisch gaan studeren, inmiddels een officieel erkende minderheidstaal. Met mijn moeder kan ik dus geen Samisch spreken, met mijn oma wel."
Ik vraag Johanna of ze haar jeugd wil omschrijven. "Ik had een hele leuke kindertijd en zat op een school met maar 20 kinderen. Ik leerde, speelde maar werkte ook hard. In het voorjaar vooral. Dan werden ’s nachts de kalveren gemerkt. In de nacht is het kouder en dan hebben de dieren er minder last van. Als ik de volgende dag naar school ging was ik natuurlijk erg moe. Maar alle schoolkinderen waren kinderen van rendierherders. We hadden dus allemaal hetzelfde probleem", lacht Johanna.
Het nomaden bestaan stroomt door haar bloed
De jonge Sami vrouw heeft na haar schooltijd veel gereisd en zelfs in Engeland gewoond. Ze Leest de boeken die wij lezen, houdt van dezelfde muziek en kijkt dezelfde films. Ze is gek op reizen en kennismaken met andere culturen. Toch is ze het liefst in Lapland. "Dit is mijn thuis. Hier leef ik ín de natuur en ván de natuur. Ik eet onze eigen rendieren, eet vis uit hetzelfde meer als waar mijn voorouders in visten, pluk de bessen en paddenstoelen die op onze grond groeien en kan het zuivere water uit de beekjes drinken. Dit is een prachtig land en de gezondste manier van leven. Ik houd van Lapland en ben trots op mijn afkomst. Mochten mijn vriend en ik kinderen krijgen dan voeden we ze tweetalig op. De Samicultuur moeten we koesteren."
Vandaag de dag werkt Johanna voor de tourist office in Saariselkä. "Aan mij de verschrikkelijk leuke taak om mensen van buiten deze regio over deze mooie streek te vertellen. Ik weet zeker dat ze net zo verliefd op het land zullen worden als ik."