Johan Isak
Rendierhouder
"Ik leef niet met een horloge, ik heb een natuurklok"
Na een paar uurtjes doorgebracht te hebben in Tromsø, een havenstad met een hoop leuke koffietentjes en restaurants, reizen we met een stoere 4x4 huurauto nog iets noordelijker. Zo’n tien kilometer boven Tromsø, in het plaatsje Tønsvik, woont Johan Isak. Deze man, een jonge Sami én rendierhouder, zal mijn eerste ontmoeting op mijn trip worden. Op het programma staat rendiersoep en hopelijk een goed gesprek.
Langs de weg, vlak aan de kust, doemen twee grote houten tipi’s op, zogenaamde gamme. Daar treffen we Johan Isak, een knappe en vriendelijk uitziende man met een warrige bos bruin haar, knalblauwe ogen en in Sami kleding. Hij neemt me mee de prachtig gebouwde gamme in. Het vuur brandt, de ketel hangt boven het vuur en alles ziet er heel gezellig uit. Als ik hem complimenteer met zijn mooie onderkomen vertelt hij trots dat hij deze gamme twee jaar terug speciaal voor zijn klanten heeft gebouwd. “Op dit terrein staat ook een grote tipi tent, maar in de winter heb je daar toch last van de wind. Tijdens het bouwen van de gamme hebben we alleen hout gebruikt, alles is puur natuur.” Ik neem plaats aan een van de houten tafels en Johan schenkt koffie in. Aan een van de palen hangt een leren babywiegje en schattige Sami schoentjes gemaakt van zacht rendierleer. Aan de kapstok pronkt een Sami kostuum. Er komt een grote schaal vol koekjes en chocolade op tafel te staan.
Thuisvoelen in de natuur
Het is duidelijk: deze Sami, vader van twee jonge kindjes, voelt zich hier thuis. “Dat klopt”, zegt Johan, “ik zou niets anders willen en kunnen doen. De natuur en de rendieren zijn mijn leven. Hier lijkt de tijd stil te hebben gestaan. Ik ben in de voetsporen van mijn voorouders getreden en hoop dat mijn kinderen mij straks weer opvolgen. Ik ben trots op mijn afkomst en leef graag met dezelfde normen en waarden als mijn familie eeuwen voor mij heeft gedaan. Als kleine jongen hielp ik mijn oma al met het maken van souvenirs. Met haar spulletjes maakte ze toeristen blij. Dat probeer ik ook te doen. Ik ben niet zo handig als mijn oma”, lacht Johan, “maar praten kan ik als de beste. Daarom maak ik mensen blij met mijn verhalen. En met mijn rendieren. Als toeristen bij mij langs komen, neem ik ze mee naar de kudde die binnen de afrastering staat. Daar kunnen we de rendieren voeren en dichtbij komen. Daarna gaan we de gamme in en vertel ik over de Sami geschiedenis. Ik leg uit waar ik vandaan kom, over onze normen en waarden en over onze traditionele kleding. Zo vertel ik waar de strepen op mijn kostuum voor staan en over de ronde knopen op mijn riem. Kijk”, wijst Johan op zijn riem, “door de vorm van de knopen kan je zien dat ik verloofd ben. Zodra ik getrouwd ben, moet ik ze vervangen voor vierkante exemplaren. Maar aangezien er zo’n duizend gasten op een Samibruiloft komen en het feest drie dagen duurt, moet ik nog even sparen en zal ik de knopen niet snel verwisselen”, legt Johan uit.
Een indrukwekkende joik: het Sami lied
Daarna, en dat is even schrikken, gaat Johan staan, sluit zijn ogen en zingt met luide stem zijn joik, zijn Sami lied. Spat zuiver klinkt het en ondanks dat ik er geen woord van versta, ontroert het me. Ik vraag Johan naar de betekenis. “Het lied gaat over het land, de natuur en de rendieren. Er zit ook een vraag in mijn lied; de vraag of ik het land mag blijven gebruiken. Het land en de bergen waar mijn kudde graast maar dat niet van mij is. Ik realiseer me dat dit een voorrecht is, daarom zorg ik zo goed voor de natuur. Ik heb geen klok, ik heb een natuurklok. Die bepaalt wat ik doe en wanneer ik iets doe. Ik ben één met de natuur. Zet ik mijn kleine tentje ergens op, dan vraag ik eerst aan moeder aarde of ik een nacht mag blijven. Soms voelt het goed, dan krijg ik positieve energie. Krijg ik dat niet, dan reis ik verder. Wij Sami hebben de plicht om voor de natuur te zorgen zodat onze kinderen ook rendierherders kunnen worden en het beroep in stand kunnen houden. Als ze dat willen uiteraard.” Op de vraag wat hij met zijn kudde van minstens 200 rendieren zou doen als zij wat anders met hun leven zouden willen antwoordt hij: “Daar kan en mag ik niet aan denken. Natuurlijk mogen mijn kinderen later worden wat ze willen, maar mijn kudde verkopen? Stel je voor dat ik dat zou moeten doen! Bij de gedachte alleen al word ik verdrietig...”